Op het allerhoogste schavot en met alle ogen op haar gericht, besloot ze om een stap terug te zetten. Tegen de verwachtingen van een hele natie en bij uitbreiding de hele wereld in zette ze zichzelf én haar veiligheid op de eerste plaats.
Biles was nochtans één van de grote uithangborden van deze Olympische spelen. Vriend en vijand verwachtten dat ze de wervelstorm van in Rio zou herhalen. Voor ons, buitenstaanders, leek dat althans vanzelfsprekend. Door haar ongeziene succes legde Biles de lat voor zichzelf steeds hoger en niemand twijfelde eraan dat ze erover zou raken. Die realiteit legt een immense druk op de schouders van de wereldster. Ze kan namelijk alleen maar verliezen. Haalt ze goud, dan is dit niet meer dan normaal, maar presteert ze minder, dan is er iets aan de hand.
Deze spelen bleek dat Biles ook maar mens is. Ze maakte een klein foutje en meteen kreeg ze kritiek vanover de hele wereld over zich heen. Een dergelijke situatie zorgt er bij iedereen voor dat het brein in actie schiet, ook bij Simone Biles. Enerzijds zorgde al haar succes ervoor dat de verwachtingen torenhoog zijn, niet alleen bij zichzelf maar ook bij de buitenwereld. Wanneer ze die verwachtingen niet invult, ontstaat er een paniekreactie. Daarbij gaat het brein automatisch op zoek naar de oorzaak van het probleem.
Deze beschermingsreactie werkt spijtig genoeg contraproductief. Je gaat inzoomen op eigen prestaties en in je hoofd start een serieel denkproces met de ambitie de controle over de situatie terug te winnen. Dat zorgt ervoor dat je de tijdens training hard verdiende automatismen gaat ondermijnen. Zonder die automatismen is het onmogelijk om op hoog niveau te presteren. Het serieel denkproces kan de snelheid van uitvoering van het lichaam niet volgen. Zo doen de befaamde twisties hun intrede: een scheiding tussen het brein en het lichaam waardoor je de controle verliest.
Het ‘probleem’ wordt dus alleen maar groter, samen met de druk om het beter te doen. Naast het nefaste denkproces zien we nog een ander probleem opdoemen bij topatleten. Hun jarenlange queeste voor succes, samen met de erkenning en het prestige dat ze winnen bij het behalen van knappe resultaten, zorgt ervoor dat de sportbeoefening (en het bijhorende succes) een groot deel wordt van hun identiteit.
Wanneer een topatleet als Biles sukkelt met een sprong, sukkelt ze dus niet alleen met haar sport maar ook met haar eigen identiteit. Daarmee worstelen ook veel oud-atleten worstelen na hun sportcarrière. Ze krijgen het gevoel in een zwart gat te vallen en een deel van zichzelf te verliezen. Dat maakt het voor Biles ook moeilijker om de draad terug op te pikken aangezien: het basisfundament van haar identiteit is aan het wankelen.
In een tweet geeft ze aan eindelijk te beseffen dat ze meer is dan een gymnaste en haar succes. De steun die ze krijgt voor haar moedige beslissing om te stoppen, zorgde er uiteindelijk voor dat haar ogen openden. Die realisatie illustreert hoever gedreven de identificatie met de sport en het succes bij de topatlete was. Net daarom is het voor atleten zo van belang om goed hun eigen drijfveren te kennen én heel bewust hun sportidentiteit een opbouwen binnen een groter geheel als mens. Op die manier kan men duurzaam op hoog niveau blijven presteren.